Op veler verzoek: Een blog over diagnose van storingen aan moderne auto’s / Help, mijn lampje brandt alweer!

Wat is diagnose aan moderne auto’s? Dat hangt er vanaf aan wie je het vraagt. Voor de klant maakt het niet uit hoe het heet, als de klachten maar worden opgelost. Bestaat dat uit een ruitenwisser die strepen achterlaat omdat deze versleten is, dan monteren we een nieuwe en is de klacht als het goed is verleden tijd.

Brandt er een storingslampje, dan begint daar pas de zoektocht naar de oorzaak. Hoe vaak horen we wel niet: “de storing is nu al een paar keer gewist, maar het lampje gaat telkens weer aan”.

Daar wordt een aantal belangrijke dingen niet genoemd, te beginnen met de vraag wat er eigenlijk geconstateerd werd. In de meeste gevallen wordt het storingsgeheugen van een auto uitgelezen met diagnoseapparatuur wanneer deze een werkplaats binnenkomt met één of meerdere brandende storingslampjes. Daar begint pas de analyse. Aan de hand van de uitgelezen storing vormt de technicus zich een beeld van wat er mogelijk de oorzaak is. Of in het voorbeeld waarbij de storing uit het geheugen gewist werd, wordt er niets opgelost maar gaat het lampje wél uit.

Aangezien het om een storingsgeheugen gaat, waardoor het lampje brandt en blijft branden, kan soms volstaan worden door simpelweg dit geheugen te wissen. Dat moet dan wel duidelijk met de bestuurder of eigenaar overlegd worden. Aangezien er immers geen enkele oorzaak onderzocht, laat staan opgelost is, is de kans dat het lampje opnieuw gaat branden zo’n beetje gegarandeerd. Niet goed voor de klant, niet goed voor de auto, niet goed voor de garage die de auto onder handen heeft gehad.

Ook vaak waargenomen: Auto X komt met meneer Y bij werkplaats Z met een brandend lampje. Daar wordt geconstateerd dat het *TPMS-lampje brandt omdat de bandenspanning te laag is. De banden stonden iets te slap en worden opgepompt, bovendien wordt de procedure doorlopen om de auto te vertellen dat de nu aanwezige spanning in de banden de juiste is. Hierop gaat het lampje uit.

Een dag later belt de vrouw van meneer Y met werkplaats Z: “Het lampje brand alweer!”. De klant komt opnieuw naar werkplaats Z en er wordt geconstateerd, dat er een achterlicht defect is waardoor op het dashboard een melding verschenen is. De lamp wordt vervangen en de melding is verdwenen.

Er gaat een weekend voorbij en meneer Y hangt opnieuw aan de telefoon: “Nu brandt er voor de zoveelste keer in korte tijd een lampje!”. Na uitnodiging bij de werkplaats blijkt het ditmaal het motorstoringslampje te zijn.

Uitlezen geeft een ontbrekend signaal van één van de uitlaatgassensors. Er wordt in de werkplaats bij de motorruimte en onder de auto naar deze sensors en de bedrading ervan gekeken. Er valt op dat er een draad onderbroken is, en enkele kapotgevreten isolatie aanwezig is. Conclusie is de aanwezigheid van vermoedelijk steenmarters. Hierop wordt de defecte bedrading hersteld en een steenmarterverschrikker ingebouwd.

Bij ophalen van de auto verzucht meneer Y: “Nou hoop ik dat het lampje uitblijft…”

Tja, dat hoopt uw garagehouder natuurlijk ook. Heel belangrijk in bovenstaand praktijkvoorbeeld: Deze eigenaars hadden niet in de gaten, dat er verschillende systemen storingslampjes aanstuurden. Dit komt vaker voor, waarbij zowel de klant als de garagehouder ervoor moeten waken dat het beeld ontstaat dat de eerste storing niet opgelost is.

 

Nu gaat het tot nu toe over verschillende systemen, met hun eigen storingslampje (of signalering via het dashboard).

Het wordt echter helemaal leuk (of eigenlijk niet natuurlijk) wanneer er achter een bepaald storingslampje een grote hoeveelheid aan systemen verstopt zit. Met allemaal hun eigen hoeveelheden bedrading, sensors en noem maar op.

Het motormanagementsysteem is er daar één van. Dit systeem beschikt bij moderne motoren al snel over meer dan 10 sensoren en actuatoren met feedback (er wordt een bepaald klepje opengezet en er wordt dan teruggekoppeld aan het motormanagement hoe ver dit klepje al dan niet open of dicht is) – waarbij de feedback ook een sensorische meetwaarde vormt. Al deze sensoren en meetwaarden moeten binnen een bepaald gebied vallen waarvan het motorregelapparaat van tevoren weet, dat hij bij bepaalde omstandigheden dit kan verwachten.

Samen levert dit al snel meer dan honderd meetwaardes op. Is er eentje niet binnen het bekende gebied, dan wordt een foutcode opgeslagen in het storingsgeheugen van het motormanagement. Daarop zal het motorstoringslampje worden aangestuurd.

Dus als er op een dag een bepaald onderdeel hersteld of vervangen is, komt het soms voor dat een dag later een ander onderdeel een storing veroorzaakt. Heel vervelend, helaas nooit helemaal te voorkomen vanwege de enorme hoeveelheid data die door een motormanagementsysteem gaat vandaag de dag.

Belangrijke oorzaken? Gedeelde eerste plaats voor toegenomen milieu-eisen met de bijbehorende uitlaatgasnabehandelingssystemen, en anderzijds achterstallig onderhoud. Dankzij de toegenomen milieu-eisen die aan moderne auto’s worden gesteld zijn deze nogal gevoelig geworden. Een onderhoudsbeurt overslaan? Verkeerde brandstof tanken? Of een stap verder: EGR afdoppen en chiptuning met een “slimme” stekker? Het levert meer dan eens problemen op omdat de motoren zich er steeds minder goed voor lenen.

Hopeloos? Gelukkig niet: de draad kan altijd weer worden opgepakt. Een garage zal in kaart moeten brengen wat de stand van zaken is en welke storingen er een rol spelen. Dit moet met de eigenaar worden kortgesloten aangezien er meestal wat kosten gemaakt moeten worden. Dan is er “grip” op de zaak en kan een auto vaak weer vele kilometers vooruit. Storingsvrij 😉

 

*Voetnoot: TPMS=Tire Pressure Monitoring System (Auf Deutsch: RDKS=Reifen Drück Kontrol System)